In deze blog lees je over een kleuter die moeite heeft met knippen. Kleuren gaat ook niet goed. En dus heeft hij een hekel aan alles wat met kleuren en knutselen te maken heeft. Hij wilt zelfs vaak niet naar school. Hoe heeft een periode ergotherapie hem geholpen?
Dit is Lucas
Lucas is bijna 6 jaar en zit in een gecombineerde groep 1-2. Hij vond het eerst heel leuk om naar school te gaan, maar nu hij in groep 2 zit wil hij steeds vaker niet naar school. Hij moet vaak huilen en heeft in de ochtend buikpijn. Hij heeft wel vriendjes en vriendinnetjes in de klas.
Juf en ouders hebben een gesprek met elkaar. Daar komt uit dat Lucas op school heel graag speelt met auto’s en grote blokken. Buitenspelen in de zandbak of op een skelter rijden doet hij ook graag. Maar alle werkjes aan tafel vindt hij niet leuk. De juf geeft aan dat hij dit ook niet zo goed kan. Ouders vertellen dat hij thuis ook nooit knipt, tekent of knutselt en dat zijn kleine zusje van drie daar handiger in is dan Lucas. Daarop raadt de juf aan om contact te zoeken met een ergotherapeut.
Wat doet de ergotherapeut?
Lucas komt samen met zijn moeder naar de praktijk om kennis te maken. De ergotherapeut stelt veel vragen en kijkt met een aantal fijn motorische spelletjes hoe Lucas zijn handen en vingers beweegt. Hij laat ook zien hoe het knippen gaat. Verder neemt ze de WRITIC-test af, dit is een test met allemaal kleur- en tekenopdrachtjes om te kijken naar de schrijfrijpheid van een kleuter.
Daardoor wordt snel duidelijk dat Lucas wat achter loopt met zijn fijne motoriek. En omdat hij zelf in de klas merkt dat hij veel langzamer en slordiger werkt dan andere kinderen probeert hij alle taken aan tafel te vermijden. Daardoor heeft hij ook nog eens minder oefening gekregen dan de andere kinderen in zijn groep.
Hoe nu verder?
De ergotherapeut legt uit wat ze gezien heeft en stelt voor om een periode ergotherapie in te zetten voor Lucas. Ze maakt heldere doelen voor leren knippen, kleuren, tweehandige samenwerking en manipuleren met de vingers. Ze heeft gezien dat Lucas snel bang is dat hij iets niet zal kunnen. Daarom start ze met makkelijke spelletjes en activiteiten, zodat Lucas succeservaringen opdoet en plezier krijgt in het oefenen. De ergotherapeut overlegt ook een keer met de juf en geeft haar tips.
Bij het knippen krijgt Lucas goede uitleg en de ergotherapeut gaat eerst achter Lucas zitten, zodat ze samen kunnen knippen. Hij kan zo voelen wat de kniphand moet doen en hoe de andere hand het papier bijstuurt. Lucas krijgt zo steeds meer vertrouwen in wat hij kan.
Hij knipt eerst stukjes van een strook papier, die hij aan een handpop mag “voeren”. Hij geniet van dit spel en wil dan ook wel lange frietjes knippen van een vouwblaadje voor de handpop. Zo bouwt hij het knippen steeds verder op en na een aantal weken knipt hij zelfs al wielen voor een vrachtauto!
En thuis en op school?
Moeder komt alle keren mee naar de ergotherapie en krijgt daardoor veel ideeën voor oefeningen en spelletjes die ze thuis kunnen doen. De ergotherapeut vraagt aan ouders om Lucas zoveel mogelijk dingen zelf te laten doen met zijn handen: de dop van de shampoofles open maken, het boterkuipje en het potje van de klei opendoen, de huissleutel in het slot steken, de rits van zijn rugzakje open en dicht doen. Allemaal dagelijkse dingen die Lucas kunnen helpen om handige handen te krijgen.
Lucas groeit en geniet van wat hij allemaal kan. Hij neemt zelfs kleurplaten en knutsels mee uit school die op de koelkast mogen hangen. Iedereen blij!