De scholen zijn weer begonnen en voor sommige kinderen is die overgang groot. Wist je dat een kind dat moe is veel sneller overprikkeld raakt? En dat dat kan leiden tot huilbuien of boos gedrag? In deze blog lees je meer hierover.
Wat is overprikkeling?
In eerdere blogs hebben we al eens uitleg gegeven over sensorische informatieverwerking. Hoe in je hersenen alle prikkels uit de omgeving binnen komen. En wat de reactie daarop is. Sommige kinderen zijn meer prikkelgevoelig dan anderen. Nu de scholen een paar weken begonnen zijn merk je bij een prikkelgevoelig kind misschien dat de schooldag veel energie kost. Vroeg opstaan, in een drukke klas zitten, spelen op een lawaaiig schoolplein. Als je kind thuis komt, barst de bom. Je kind is dwars, werkt niet mee, moet huilen “om niks” of maakt ruzie met andere kinderen. Herken je dit?
Sneller overprikkeld als je moe bent of gestrest
Je kent het van jezelf misschien ook wel. Als je zenuwachtig bent, hoor je dagelijkse geluiden scherper. Het tikken van de klok of het aanslaan van de koelkast kan dan irritant zijn. En als je moe bent, heb je minder geduld met je kind. Je verdraagt de geluiden van spelende kinderen en de rommel die ze maken minder goed. Kinderen die moeten wennen in een klas of aan het schoolritme kunnen daardoor ook extra gevoelig zijn.
Welke zintuigen kunnen overprikkeld zijn op school? En wat zie je dan?
Zien: je kind heeft last van drukke omgevingen. Bijvoorbeeld op het plein waar iedereen door elkaar beweegt. Of in de klas, waar veel afbeeldingen en tekeningen zijn opgehangen.
Horen: je kind kan zich niet concentreren als er in de klas gepraat wordt. Of het heeft last van de geluiden van de andere kinderen bij de kapstokken of op het schoolplein.
Voelen: je zoon wil niet in de rij staan, omdat hij dan aangeduwd kan worden. Of je dochter heeft een hekel aan verf of lijm aan haar vingers.
Bewegen: je kind wil liever rustig zitten dan meedoen aan een tikspel. En lopen over een oneffen ondergrond vindt het niet fijn.
Evenwicht: je kind is snel bang om te vallen en vermijdt daarom allerlei speeltoestellen.
Reuk: je kind wil op school niet naar de wc, omdat het daar niet lekker ruikt. Of het eet de lunch niet op, omdat de geuren van het eten door elkaar gaan in de lunchtrommel.
Smaak: je kind eet de traktatie van een ander kind niet op, omdat het geen nieuwe dingen wil proeven.
Wat doe je hiermee?
Als je veel van deze voorbeelden herkent, kan het goed zijn om met je kind naar ergotherapie te gaan. Dorien kan de Sensory Profile afnemen en met jou, je kind en de leerkracht kijken naar wat er speelt. Op basis van de vragenlijst en de observaties zijn veel tips te geven. Die tips kunnen je kind helpen om zich prettiger te voelen. En jou en de leerkracht meer begrip geven voor de prikkelgevoeligheid van je kind. En voor hoe je je kind daarin kunt begeleiden.