Zelfredzaamheid is het vermogen om voor jezelf te kunnen zorgen. Jezelf te redden zonder hulp van anderen. De ontwikkeling van zelfredzaamheid verschilt per kind. Elk kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo.
Voorbeelden waar je aan kunt denken zijn:
- Eten en drinken: hanteren van bestek, snijden en het knoeien
- Het aan/- uitkleden: de volgorde, het ruimtelijk inzicht en de motoriek
- Veterstrikken en andere sluitingen
- Het kunnen verplaatsen: lopen, fietsen
- Alleen kunnen spelen en samenspelen
Een kind is in eerste instantie nog niet zelfredzaam en moet met alles geholpen worden. De ontwikkeling van zelfredzaamheid is een proces, waarbij het kind steeds meer dingen zelfstandig kan doen. Het is belangrijk de zelfredzaamheid van kinderen te ontwikkelen, omdat het kinderen een competent gevoel geeft. Ik kan dat zelf, niemand hoeft mij te helpen.
Voordat je hulp biedt, controleer eerst of het kind het misschien zelf kan. Als dit voor je ogen gebeurt, kun je soms ook met kleine aanwijzingen het kind helpen, zonder dat JIJ het doet.
Daarnaast is het zo wat het kind zelf kan, doet het kind zelf. Als het kind bijvoorbeeld nog niet zelf zijn veters kan strikken, kan hij misschien wel zelf zijn schoenen aan doen.
Probeer je bij alle hulp die je kinderen geeft af te vragen: hoe kan ik het kind helpen dit in het vervolg zelf te doen? Zelfredzaamheid is zo belangrijk!
Juist in het dagelijks leven zijn er veel vaardigheden die het kind zich eigen moet maken om zelfstandig te kunnen worden: aankleden, tanden poetsen en opruimen bijvoorbeeld. Leer je kind regelmatig nieuwe vaardigheden aan. Dat bevordert zijn zelfredzaamheid en zelfstandigheid.